'Steekpartij Balthasar Floriszstraat geen zelfverdediging'. OM eist veertien jaar celstraf
In dit artikel:
Een 28-jarige man staat terecht voor het doodsteken van een 52-jarige bewoner in Amsterdam, een misdaad die volgens het Openbaar Ministerie (OM) niets met noodweer te maken heeft. De steekpartij vond plaats op 10 maart 2024, na enkele dagen van kennismaking waarbij het slachtoffer de verdachte tijdelijk onderdak, drugs en voedsel bood. De man beweert dat hij zich op die dag moest verdedigen tegen een vermeende aanval van het slachtoffer, maar het OM stelt dat er onvoldoende bewijs is voor deze claim.
Sectie op het slachtoffer onthulde 29 steekwonden, met fatale verwondingen aan het hart als oorzaak van de dood. Onderzoek toonde aan dat de verdachte in de dagen voor de steekpartij meermaals bij het slachtoffer in huis was en dat er DNA van de verdachte op verschillende plekken in de woning werd gevonden. De beelden van pintransacties en andere camerabeelden tonen volgens het OM een ontspannen sfeer tussen de twee mannen, wat de noodweerclaim ondermijnt.
De verdachte wisselt in zijn verklaringen over de gebeurtenissen en beroept zich op zijn zwijgrecht bij cruciale vragen. Het oordeel van de rechtbank volgt in de week van 11 maart, waarbij het OM veertien jaar gevangenisstraf voor doodslag eist.