OM eist zware celstraffen tot 18 jaar tegen drietal na dodelijke schietpartij bij station Purmerend
In dit artikel:
Op 12 februari 2024 vond bij station Purmerend een schietpartij plaats waarbij een 19-jarige man om het leven kwam en een andere 19‑jarige zwaar gewond raakte. Het Openbaar Ministerie eist zware onvoorwaardelijke gevangenisstraffen tegen drie verdachten die volgens justitie gezamenlijk verantwoordelijk zijn: een 20‑jarige man uit Amsterdam, een 21‑jarige Purmerender en een 20‑jarige die in België verblijft. Een vierde, minderjarige verdachte wordt apart en achter gesloten deuren berecht.
Volgens het OM gingen de drie verdachten bewust naar Purmerend voor een afgesproken confrontatie met een rivaliserende jeugdgroep. Onderweg werd een vuurwapen getoond en korte tijd voor het geweld mondmaskers uitgedeeld. In de tunnelingang bij het station escaleerde de confrontatie en werden meerdere keren schoten gelost. Justitie verwijt hen onder meer doodslag, poging tot doodslag, openlijke geweldpleging en wapenbezit. De verdachte uit België betoogde noodweer omdat hij met een hamer zou zijn aangevallen; het OM wijst dat van de hand en stelt dat hij actief bijdroeg aan de dreiging en zich had kunnen terugtrekken.
Het OM noemt de zaak een dieptepunt in een reeks jeugdgeweld in Purmerend en benadrukt de enorme impact op nabestaanden en de lokale gemeenschap. Omdat eerdere hulp- en jeugdstraftrajecten volgens justitie geen effect hadden, eist het OM strenge straffen: 18 jaar gevangenisstraf voor de Amsterdammer en de Purmerender, honderd dagen cel tegen de Belg, plus contactverboden voor de slachtoffers en nabestaanden. Voor de minderjarige vraagt justitie één jaar onvoorwaardelijke jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ‑maatregel met twee jaar proeftijd. De rechtbank doet uitspraak op 19 december.