Hoofdverdachte liquidatie Peter R. de Vries: 'Ik zou hem eigenlijk zelf moeten doden voor 80.000 euro'
In dit artikel:
Hoofdverdachte Kamil E. heeft tijdens het hoger beroep in de zaak rond de moord op misdaadjournalist Peter R. de Vries verklaard dat hij aanvankelijk was aangewezen om De Vries te doden, maar de opdracht weigerde. Volgens E. zou hij voor de liquidatie 80.000 euro ontvangen hebben en werd hij na zijn weigering bedreigd en onder druk gezet. Hij zegt dat hij gedwongen werd de uiteindelijke schutter, Delano G., naar Amsterdam te rijden omdat zijn eigen leven en dat van zijn gezin anders in gevaar zouden komen.
De Vries werd op 6 juli 2021 in het centrum van Amsterdam neergeschoten; G. en E. werden kort daarna gearresteerd en in hun auto vond de politie het moordwapen en meerdere telefoons. E. bestrijdt dat hij de dader was en vindt de opgelegde straf van 28 jaar te zwaar vanwege dwang. Medeverdachte Konrad W. verklaarde dat ook hij was benaderd voor de moord maar geweigerd heeft, en erkende destijds veel te hebben gedronken en drugs te hebben gebruikt waardoor hij de bedreiging niet bij de politie meldde.
Beide verdachten weigeren te vertellen wie mogelijk de opdrachtgever is. Het gerechtshof behandelt het hoger beroep van in totaal negen verdachten; het Openbaar Ministerie presenteert later deze week nieuwe strafeisen en de uitspraak wordt tegen het einde van het jaar verwacht.