Hoger beroep in usb-kabelmoordzaak op Vlissingse drugsdealer | Vervolging na art. 12-procedure
In dit artikel:
De 58‑jarige Vlissinger M.B. verschijnt dinsdag in hoger beroep op verdenking van de moord op de 36‑jarige drugsdealer Joost van der Linden. Het slachtoffer werd ergens tussen 6 en 11 oktober 2010 in een woning aan de Dortmansstraat in Vlissingen gewelddadig om het leven gebracht: hij zou zijn gewurgd met een usb‑kabel en ook zijn geslagen. Destijds woonde M.B. (toen 43) in het pand samen met zijn toen 25‑jarige vriendin I.H., die aanvankelijk als hoofdverdachte werd beschouwd. I.H. verklaarde later dat Van der Linden drugs bij haar afleverde en haar probeerde aan te randen; zij legde een bekentenis af, maar werd in hoger beroep vrijgesproken. M.B. kreeg eerder een celstraf van vijf maanden omdat hij volgens justitie heeft geholpen het lichaam te laten verdwijnen. Nadat het Openbaar Ministerie aanvankelijk afzag van vervolging van M.B., dwong de familie van het slachtoffer in 2020 via een artikel‑12procedure de rechter om vervolging af te dwingen, wat heeft geleid tot de huidige gerechtelijke heropening van de zaak.